De Nederlandse staat heeft beleggers in 2008 niet misleid tijdens de redding van Fortis. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag bepaald.
De Hoge Raad liet daarmee de eerdere uitspraak van het hof in de zaak van belangenbehartiger FortisEffect tegen de Staat in stand. De zaak draaide om de vraag of de toenmalig minister van Financiën, Wouter Bos, beleggers heeft misleid met uitspraken over de positie van Fortis.
Die bank werd eind september 2008 eerst van een forse kapitaalinjectie voorzien door Nederland, België en Luxemburg. Later bleek echter een grotere ingreep nodig om het concern te redden. De Staat kocht daarbij de Nederlandse delen van Fortis. De beurskoers van Fortis daalde sterk, waardoor beleggers het schip in gingen.
FortisEffect hield de Staat aansprakelijk voor die schade, omdat Bos onjuiste of onvolledige informatie over de eerste reddingsoperatie zou hebben verschaft. Volgens het hof kon het beleggers in september 2008, na de val van Lehman Brothers, echter niet zijn ontgaan dat er een internationale financiële crisis was ontstaan. Daarbij was ook duidelijk dat het nog maar de vraag was of de eerste reddingsoperatie rond Fortis zou slagen.
De minister heeft rond de redding niet altijd volledige openheid van zaken gegeven, onderkende het hof. Daarbij was er echter geen sprake van misleiding, gezien de “bekende context waarin de reddingsoperaties en de informatieverstrekking plaatsvonden”. De keuze van Bos om geen volledige informatie te verschaffen was ook gerechtvaardigd met het oog op de stabiliteit van het financiële stelsel.
Het hof oordeelde eerder dat Fortis zelf in de aanloop naar zijn ondergang beleggers wel heeft misleid. Over die zaak ging het bij de Hoge Raad niet.
De advocaat van FortisEffect, Adriaan de Gier, reageerde teleurgesteld op het vonnis. "Ik denk dat de gemiddelde belegger dit niet begrijpt", stelde hij. "Beleggen is risico nemen, maar niet het risico om belazerd te worden."